Vakantie is... een verplicht nummertje
Zeg nou zelf. Er wordt van dag tot dag ontzettend veel van ons verwacht. Daarom heb je het recht om als medewerker elk jaar vakantie op te nemen. Die vijf weken vakantie per jaar hebben we hard nodig om bij te komen. We moeten dan: opladen, reizen, uitrusten, relaxen, lezen, chillen, dansen, plezier hebben, lol maken, wijn drinken, luieren, musea bezoeken, uitslapen, feesten. Dat ben je verplicht! Je werkt namelijk het hele jaar door om op vakantie te mogen. Het is jouw beloning voor al het harde werk dat je hebt verzet en dus moet je daar ook alles uithalen. Daarna kan je namelijk weer uitgerust en bijgetankt alles geven! Toch?
Van vakantie naar vakantie
Ik begrijp heel goed dat vakantie voor veel mensen heel belangrijk is. Wat ik niet zo goed begrijp, is waarom deze mensen ook vinden dat iedereen het minstens net zo belangrijk moeten vinden als zij. Vooral op het werk is dit voor mij nogal een dingetje geweest. Voor de goede orde, dan hebben we het over de twee of drie weken in de zomervakantie.
Het is halverwege januari. Net terug van de kerstvakantie. Alle beste wensen achter de rug, projecten lopen en de eerste mooie acties alweer met m’n team gevierd. Ik zit er weer lekker in en bedenk hoe leuk ik m’n werk vind. Dan komt het volgende mailtje binnen: planning zomervakantie. *Zucht*.
Nu even geen ruimte voor! Dus ik deed dan net alsof ik het niet gezien had en ging lekker verder met waar ik mee bezig was. Maar, er was werkelijk geen ontkomen aan. In de daarop volgende weken nam de frequentie van de herinneringsmails om mijn vakantie door te geven langzaam toe. De aanhef ging van beste collega naar Hoi Melanie. Bij uiteindelijk de vijfde herinneringsmail, met leesbevestiging, die ik rond eind maart ontving. Reageerde ik met tegenzin om er maar vanaf te zijn: doe mij dan maar week 28 en 29. Geen idee nog wat ik ging doen met die tijd, maar dan was ik in elk geval nu even van dat gezeik af.
De reislustige ellende
Juni was de maand waarin de vakantie-irritaties zijn hoogtepunt bereikte. Mijn eigen werk kabbelde rond die tijd rustig door, weinig sensatie, en dus vond ik het eigenlijk best wel leuk om waar te nemen voor de collega’s die al vroeg op vakantie waren gegaan. Heerlijke afleiding. Ik hoefde me dan in elk geval niet bezig te houden met wat ik tijdens mijn eigen vakantie ging doen. Daar had ik namelijk helemaal geen behoefte aan. Toch is er op kantoor geen ontkomen aan. Zelfs het gesprek rondom het koffiezetapparaat was van het klaagminuutje over de toenemende administratie en veeleisende klanten veranderd in een soort reisadviesbureau. Collega’s vertelden elkaar waar ze naartoe gingen en deelden onder het genot van niet één, maar vaak twee of drie kopjes koffie, hun vakantieplannen, de beste plekjes en verborgen strandjes die je écht gezien moet hebben. Super gezellig allemaal! Hoewel ik die verhalen heel leuk vond en dol ben op reizen, ontstond er ook een soort druk. Ik had opeens het gevoel dat ik super enthousiast moest vertellen over naar welk exotisch oord ik dat jaar van plan was om te gaan. Aangezien ik die plannen niet had - en niet helemaal als een vakantieloze loser over wilde komen - zei ik dat we druk in huis bezig waren en dat we waarschijnlijk voor een lastminute zouden gaan. Bullshit natuurlijk, want ik wou er gewoon niet over nadenken en ik had nog steeds gewoon geen zin om mijn vakantie te plannen. Ik vond het vreselijk, maar dat zei ik natuurlijk niet.
Wel écht genieten, hè?
Oké. Het was bijna zover. Ik had twee vrije weken in het vooruitzicht en besloot uiteindelijk dat ik alleen maar ging doen waar ik zin in had. Ik zie het wel. Voordat het zover was, als extra straf, moest ik nog wel even de meest energievretende (en veel te lang uitgestelde) taken op mijn lijstjes afvinken. Opgeruimd, klaar om te gaan en met de nodige schaamte voor het niet kunnen oplossen van alles wat nog loopt, zeg ik mijn collega’s vrijdagmiddag gedag. Ik heb vakantie! Ik deed altijd mijn best om met een lach te vertrekken en kreeg zelfs een beetje zin in de vakantie. Maar dan, net voordat ik de deur uitliep, was er altijd één collega die naar me toe kwam. Ze pakte me stevig vast en zei: "ga je wel even écht genieten?! Je hebt het verdiend hoor! Alles loopt hier wel door, maakt je geen zorgen, het is jouw vakantie." Ik bedankte haar dan vriendelijk, zei dat het ging lukken en dacht ondertussen: f*ck off! Ik wil helemaal niet genieten, ik ga niks doen, laat me met rust.
Geniet of ge(not)
Eerlijk is eerlijk, zorgen over het werk had ik helemaal niet. Mijn collega’s konden zich prima redden die weken. Waar ik het moeilijk mee had was dat ik de verplichting had om mezelf twee weken lang productief bezig te houden. Grenzenloos, zonder externe verplichtingen, maar wel alles eraan moeten doen om mezelf ‘goed op te laden’ en na die twee weken weer zo fris als een hoentje op het werk te kunnen verschijnen met de tofste verhalen en foto’s als bewijsmateriaal. Wat een druk. Waar heb ik eigenlijk zelf zin in? Wat gun ik mezelf? Alles kan. Time is on my side. Resultaat: black out! Ik had namelijk geen flauw idee. Er zijn ontzettend veel dingen die ik leuk vind om te doen, maar het moet iets opleveren. Dikke stress!
Spijt
Het resultaat van mijn vakantie was vaak dat ik nergens echt aan toe was gekomen, maar heerlijk, helemaal niks gedaan. In het laatste weekend werd ik vervolgens opeens overspoeld door spijt. Wat had ik nu eigenlijk gedaan met al die tijd? Heb ik er wel uitgehaald wat ik zelf nodig had? Ik keek vervolgens om me heen en zag alles wat in huis nog gedaan moest worden. Vertelde mezelf dat ik in twee dagen ook mijn slaapkamer eindelijk had kunnen opknappen of dat schilderij waar ik ooit aan begonnen was had kunnen afmaken. Dan had ik tenminste nog iets! Iets wat me eraan herinnerde dat mijn vakantie mij iets had opgeleverd.
Mijn versie van de vakantie
Inmiddels heb ik de kunst van het niks doen en daar trots op kunnen zijn omarmt. Het is me zelfs gelukt om er een aantal collega’s jaloers mee te maken. Voor mij is vakantie namelijk... niks! :)
#RebelSummer: durf jij het aan?
Door: Melanie